Kerkdienst 28 mei 2023 – Pinksteren

Kerkdienst 28 mei 2023 – Pinksteren
Datum 28 mei
Tijd 10:30 - 11:30 uur
Locatie Remonstrantse Kerk Hoogeveen

In deze Pinkster-dienst is voorganger mevrouw Ds. Anneke van der Velde uit Zwolle.

Organist:              Jan Uiterwijk       

Met medewerking van Heily Stoel-Snater en Jan Mastwijk

met liederen uit de bundel ‘Licht’  van Coot van Doesburgh

ORDE VAN DIENST

Orgelspel

Mededelingen

Lied 683: 1,2

‘t Is feest vandaag, ‘t is pinksterfeest,

wij staan in vuur en vlam

want Hij, die bij ons is geweest,

werkt verder aan zijn plan.

 

Wij weten het nu zonneklaar:

al ging HIj van ons heen,

wat Hij beloofd heeft, maakt Hij waar;

wij zijn niet meer alleen.

Begroeting

 LIED 683: 3,4

Wij gaan op weg, de wereld rond,

er is geen houden aan.

De woorden gaan van mond tot mond,

voor ieder te verstaan.

 

De wonderen zijn om ons heen

ze waaien op de wind.

‘t is feest vandaag, voor iedereen:

een nieuwe tijd begint!

 Inleidende gedachten

 Lied ‘Dans me naar morgen’

Ieder heeft angst die hij diep in zich verborgen houdt,

veilig op slot zodat niemand het weet.

En wie niks doet is zeker dat hij al die zorgen houdt,

dat hij de weg naar de vrijheid vergeet.

 

Dans me naar morgen, dans me naar morgen,

dans me naar morgen, kom twijfel niet meer.

Doe een stap en dan nog een en voor je’t weet dan weet je’t weer.

Dans me naar morgen en twijfel niet meer.

 

Angst is een rem om te leven hoe je leven kunt.

 ‘t Houdt je gevangen terwijl dat niet hoeft.

Breek dus los en wees vrij om te geven wat je geven kunt

Zorg dat je liefde en vrijheid weer proeft.

 

Refrein

 

Angst dat het schip strandt is echt iets wat niet nodig is.

Weet je, we zien wel of dat ooit gebeurt.

We gaan weg zonder ballast en al wat overbodig is

onder de zon die de dagen weer kleurt

 

Gebed

 

Lied 675: ‘Geest van hierboven’

 

Geest van hierboven,

leer ons geloven,

hopen, liefhebben door uw kracht!

Hemelse vrede,

deel U nu mede

aan een wereld die U verwacht!

Wij mogen zingen

van grote dingen,

als wij ontvangen

al ons verlangen,

met Christus opgestaan. Halleluja!

Eeuwigheidsleven

zal Hij ons geven,

als wij herboren

Hem toebehoren

die ons is voorgegaan. Halleluja!

 

Eerste lezing: Handelingen 2: 1 t/m 13 Nieuwe Bijbelvertaling

 

    Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

    In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

 

Lied ‘Als ik jou in je ogen kijk’

 

Als ik jou in je ogen kijk,

dan weet ik meteen genoeg.

Antwoord op alle duizenden vragen

die ik in mijn leven vroeg.

Ik weet wat je denkt,

ik weet wat je voelt

en welke last je droeg.

Dus als ik jou in je ogen kijk,

dan weet ik meteen genoeg.

 

Als ik jou in je ogen kijk,

dan aarzelt mijn hart niet meer.

Onrust verdwijnt als sneeuw voor de zon,

ik voel alle waarheid weer.

Je bent mijn hoop,

je bent mijn steun,

mijn enig echt verweer.

Dus als ik jou in je ogen kijk,

dan aarzelt mijn hart niet meer.

 

Huub Oosterhuis over Pinksteren:


De Heilige Geest is niet de wind die de blaadjes van de bomen doet ritselen, of de stormwind die bomen ontwortelt. De wind is de wind en niets anders, hoe hard het ook stormt. De Heilige Geest is ook niet de levensadem van ons lichaam, de lucht in onze longen, waarmee we spreken en zingen, hijgen en piepen. Ook de hartstocht van de één voor de ander is geen Heilige Geest, evenmin als de branding van de zee en de vuurgloed van de zon. Maar hartstocht voor gerechtigheid en vrede, gloed van ontferming – dat je het hijgen en piepen en gesmoorde schreeuwen van de ouderloze en in zichzelf begraven kinderen nog hoort: dat is Heilige Geest. En dat wij niet ophouden naar woorden te zoeken van bemoediging, en van protest ook, dat je je niet met stomheid laat slaan, en er niet het zwijgen toe doet; dat je elkaar blijft toezingen en zegenen en niet toegeeft aan de alom heersende schamperheid, de harde taal die mensen onderuit haalt, de spraakverwarring: dat is Heilige Geest.

De Heilige Geest is iets ín mensen; Iets? Een kracht, een inzicht, een intuïtie die ons ontvankelijk maakt; een tegenkracht, tegen alles wat hard en rigide en koud en versteend is.
Iets in mensen? God in mensen. Dàt in mensen, waarin zij beeld en gelijkenis zijn van Hem. Van Hem die Schepper en Bevrijder heet. Heilige Geest: scheppingskracht en bevrijdingskracht in mensen.

 

Overweging

 

Stilte

 

Lied ‘Altijd maar weer’

 

Leven kan niet zonder vragen,

altijd maar weer.

Lasten zijn soms hard te dragen,

altijd maar weer.

Hoe, waarom, wanneer zal ‘t komen.

Is het waar, of blijft het dromen.

Zal de liefde blijven stromen,

altijd maar weer.

 

Steeds de hang naar zeker weten,

altijd maar weer.

En de eigen kracht vergeten,

altijd maar weer.

Wordt mijn hoop weer stuk geslagen.

Hoe kan ik verdriet verdragen.

Leven kan niet zonder vragen,

altijd maar weer.

 

Steeds komen er nieuwe dagen, altijd maar weer

Iedere dag weer nieuwe vragen, altijd maar weer       

Maar ik weet, ooit krijg ik antwoord

Wordt mijn hoop dan toch beantwoord

Liefde zal steeds blijven komen, altijd maar weer

 

 

Gebed

Stil gebed

Onze Vader (bekend als ‘Aramese versie’)

 

Bron van Zijn,

die ik ontmoet in wat mij ontroert.

Ik geef u een naam

opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven.

Bundel uw licht in mij – maak het nuttig.

Vestig uw rijk van eenheid nu,

uw enige verlangen handelt dan samen met het onze.

Voed ons dagelijks met brood en met inzicht.

Maak de koorden van fouten los die ons binden aan het verleden,

opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven.

Laat ons de Bron niet verzaken,

Want uit u wordt geboren:

de alwerkzame wil,

de levende kracht om te handelen,

en het lied dat alles verfraait,

en zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.

 

Lied ‘Het gaat hoe het gaat’

 

Wie alles berekent,

vindt ook vanzelfsprekend

dat toekomst en lot gaan hoe hij het bepaalt.

Die gelooft niet in dromen

die ooit kunnen komen,

beseft niet dat alles toch gaat hoe het gaat.

 

Het gaat hoe het gaat.

Het gaat hoe het gaat.

In ‘t leven gaat alles gewoon hoe het gaat.

 

Je kunt heel veel hopen

maar ‘t kan anders lopen,

Dan hoe ‘t in het hoofd en de plannen vaak staat.

Dus open de deuren

en laat het gebeuren.

En lag j’erbij neer dat het gaat hoe het gaat.

 

Het gaat hoe het gaat

Het gaat hoe het gaat.

Dus leg j’erbij neer dat het gaat hoe het gaat.

 

Je wilt alles voor zijn, van pijn en smart vrij zijn

Dan zit er iets tegen en ben je te laat

Verander je plannen, je moet je vermannen

En zorg dat je inziet dat het gaat zoas ’t gaat

 

Het gaat hoe het gaat, het gaat hoe het gaat

En leg j’erbij neer dat het gaat zoas ‘t gaat

Het gaat hoe het gaat, het gaat hoe het gaat

En leg j’erbij neer dat het gaat zoas ‘t gaat

 

Mededelingen en gaven

 

Slotlied: Liedboek 687: 1

 

Wij leven van de wind

die aanrukt uit den hoge

en heel het huis vervult

waar knieën zijn gebogen,

die doordringt in het hart,

in de verborgen hof,

en uitbreekt in een lied

en opstijgt God ten lof.

 

 

Doven van de kaarsen

Zegenbede

 

Lied 657: 2

 

Wij delen in het vuur

dat neerstrijkt op de hoofden,

de vonk die overspringt

op allen die geloven.

Vuurvogel van de vloed,

duif boven de Jordaan,

versterk in ons de gloed,

wakker het feestvuur aan!

De collecte tijdens de dienst is bestemd voor het Lilianefonds:

Dit fonds steunt kinderen met een handicap, die leven op de armste plekken van de wereld. Het gaat om individuele hulp op het gebied van de gezondheidszorg, onderwijs, werk en sociale contacten. Het fonds werkt kleinschalig, concreet en doeltreffend.

Agenda