Overdenking
Uit 'Ons Kerkblad' Jaargang 87, nummer 1
medio december 2024 - januari 2025
Troost en Advent: het licht dat het donker niet ontkent
Onderstaande column is onlangs verschenen op de landelijke website van de Remonstranten: www.remonstranten.nl
Advent is een oefening in wachten. Niet het geduldige wachten van iemand die een voorspelbaar resultaat tegemoet ziet, maar het wachten van iemand die niets meer zeker weet. Het is een periode van spanning: de wereld blijft gebroken, vol conflict, polarisatie en lijden, en toch houdt Advent ons een belofte voor – van licht dat komt, van leven dat doorgaat. Troost is in die context geen simpele geruststelling, maar iets wat dieper graaft. Troost is wat ons in staat stelt in het donker te zijn, zonder weg te kijken.
Christian Wiman beschrijft in zijn boek Mijn heldere afgrond het fenomeen ‘troost’ als iets wat juist opduikt in het breekpunt van het leven, waar alle zekerheden wegvallen. Hij schrijft over het geloof niet als een systeem van zekerheden, maar als een beweging die voortkomt uit lijden en verwondering. Het is op de momenten dat het leven op de rand lijkt te balanceren – door ziekte, verlies of crisis – dat een glimp van troost zichtbaar kan worden. Niet als een oplossing, maar als een aanwezigheid. En Advent is precies dat: een uitnodiging om het licht te zien dat er niet ondanks de duisternis is, maar door die duisternis heen.
Troost in Advent is daarom geen vluchtroute. Het is een bereidheid om de pijn van de wereld onder ogen te zien, zonder je eraan over te geven. Søren Kierkegaard sprak over “de kunst om te wachten,” een kunst die ons in staat stelt ruimte te maken voor wat nog niet is. Het wachten is volgens Kierkegaard niet simpelweg tijd doorbrengen; het is een daad van geloof, een vertrouwen dat het absurde – wat rationeel onmogelijk lijkt – toch kan gebeuren. Advent roept ons op om die kunst opnieuw te leren. Troost is niet het einde van de spanning, maar de erkenning dat we erin kunnen blijven staan.
Wat betekent dit in een tijd waarin oorlogen voortduren, polarisatie groeit, en de toekomst vaak voelt als een dreiging? Advent leert ons dat troost niet alleen passief is, maar een daad van verzet. Het is een keuze om niet toe te geven aan wanhoop, maar te blijven zoeken naar tekenen van leven, hoe klein ook .Zoals Wiman schrijft: “De toekomst is niet wat je hoopt; het is wat je op dit moment mogelijk maakt.”
Troost in de context van Advent is geen pleister op de wonde, geen poging om de scherpe kanten van het leven weg te poetsen. Troost is geen afleiding, maar een verdieping. Het is juist in het toelaten van het onvolmaakte, het onafgemaakte, dat Advent betekenis krijgt.
Advent leert ons dat troost niet bestaat zonder spanning. Het is geen simpelweg wachten op betere tijden, maar het bewust kiezen om in de duisternis een kaars aan te steken. Dat kleine, dat kwetsbare, is precies wat Advent ons voorhoudt. In die zin is Advent niet alleen wachten, maar vooral ook scheppen. Het is niet slechts een afwachting van wat God zal doen, maar een uitnodiging om zelf deel te worden van het licht.
Troost in het licht van Advent gaat niet alleen over wat we ontvangen, maar ook over wat we geven. Troost is wederkerig. Het is God die zich tot ons wendt in het kwetsbare kind, maar ook wij die ons tot elkaar wenden, ons licht, hoe klein ook, delen met anderen. En zo wordt Advent een uitnodiging. Niet om de duisternis te ontkennen, maar om haar te bewonen. Om juist in die spanning tussen wat is en wat komt, troost te vinden. Want daar, in het wachten, ligt de kiem van het licht. Een licht dat nooit overweldigend is, maar altijd aanwezig. Een licht dat niet alleen troost, maar ook een appèl doet: ‘Wil jij dat kwetsbare licht proberen te dragen en te delen?’
Ds. Anneke van der Velde