Overdenking
Uit 'Ons Kerkblad' Jaargang 86, nummer 3 april-mei 2024 Pasen Elk jaar treft me weer iets anders in het rijke Paasverhaal. Wat me deze keer trof, is dat Maria in de vertelling door Johannes, alleen bij het graf staat, en daar het wonder van de opstanding ervaart. Een wonder van leven na de dood, licht na donker. Alleen. En Johannes vertelt dan, dat Jezus tegen haar zegt, dat ze met dat wonder meteen naar haar broeders en zusters moet gaan: ‘Houd me niet vast’, zei Jezus. …. ‘Ga naar mijn broeders en zusters en zeg hen….’ Maria doet wat Jezus haar zegt. Ze zoekt het gezelschap en het contact met de leerlingen van Jezus om het wonder te delen dat ze heeft meegemaakt. ‘En ze vertelde alles…’ staat er dan. Eigenlijk doen we dat als kerkelijke gemeente ook elke zondag, en vaak ook door de week, ieder op onze eigen plek. We hebben elkaar als mensen die geloven nodig om het licht werkelijkheid te laten worden in de wereld. We hebben elkaar nodig om tóch het feest van Pasen te vieren. Maria was in haar verdriet bij het graf wanhopig aan het zoeken naar een figuurlijk straaltje licht. En ze vond het. Door aan haar medebroeders en -zusters te vertellen dat hun geliefde Jezus toch door kon leven, ook al was hij dood. En zo begon het licht van Pasen. Pasen is niet een feest van één moment; Pasen is een werkwoord dat we elke dag werkelijkheid moeten maken. Daarom is het ook van belang dat de paaskaars het hele jaar door dapper brandt. Elke dag moeten we brokjes licht onder het puin vandaan zien op te delven. En daar heb je elkaar bij nodig. In bemoediging, in liefde, in aandacht en als spiegel. Of hoe dat heet/ Hans Andreus Gelukkig dat Het licht bestaat en dat het met me doet en praat en dat ik weet dat ik er vandaan kom, van het licht of hoe dat heet. Ds. Anneke van der Velde